Tutor
Wat betekent het woord ’tutor’ eigenlijk? Het is van oorsprong een woord dat veel in de Angelsaksische landen is gebruikt en nog steeds veel wordt gebruikt. Een tutor begeleidt en stuurt studenten of mensen die iets willen leren. Vaak in kleine groepen.
Zelf heb ik tutorlessen op de ICT Academie gegeven; dit houdt in dat je als tutor meekijkt hoe een groep van maximaal acht studenten een bepaald project bespreekt. Het was een methode binnen het PGO, probleemgestuurd onderwijs. De groep gaat in een kleine ruimte in overleg met elkaar, heeft een voorzitter, een notulist, een bordschrijver en een tijdwaarnemer. Een tutor is vaak de docent die aan de zijlijn meekijkt en luistert. Je kijkt toe hoe de groep met elkaar vergadert. Als de voorzitter de juiste punten bespreekt, de notulist de afspraken en acties opneemt, de bordschrijver de belangrijke punten op het bord noteert en de tijdwaarnemer de tijd in de gaten houdt dan hoef je als tutor niets te doen, behalve toeknikken dat het prima verloopt. Vaak zul je als tutor wel moeten ingrijpen en is het een puur leerproces voor de studenten hoe ze goed en efficiënt kunnen vergaderen en volgens een projectplan gestructureerd kunnen werken.
Ik heb verschillende niveaus aan het werk gezien; sommige waren klaar voordat ik ook maar heb kunnen ingrijpen, sommige hadden niets zinnigs opgeschreven en andere moest ik aansporen om niet uit te wijden en bij een agendapunt te blijven hangen. Sommige voorzitters waren geboren voorzitters, sommigen wisten altijd een smoes te verzinnen om dit klusje niet te hoeven doen.
Als tutor dien je slechts instructies te geven en ga je niet op de stoel van de voorzitter of notulist zitten. In de tutorlessen over ICT-projecten hoefde ik als tutor niet specifiek kennis van zaken te hebben. Als ik het proces bewaakte, was dat voldoende.
Als taaltutor wil ik ook vooral in kleine groepen, of waar nodig individueel, met taalonderwijs werken. Ik geef uiteraard uitleg en duiding, maar de studenten wil ik ook veel met elkaar in gesprek laten gaan. Ik streef ernaar om de student zelf zoveel mogelijk met de taal bezig te laten zijn, te schrijven, te lezen, de uitspraak te oefenen, te lachen en eigen fouten te herkennen en ervan te leren. En het mooiste is als een student uiteindelijk zelf, aan de groep, een grammaticaregel kan uitleggen.
Hieronder de definitie van ’tutor’ op mijn favoriete digitale woordenboek The Free Dictionary:
tu·tor (to̅o̅′tər, tyo̅o̅′-)
n.
1.
a. A private instructor.
b. One that gives additional, special, or remedial instruction.
2. A teacher or teaching assistant in some universities and colleges having a rank lower than that of an instructor.
3. A graduate, usually a fellow, responsible for the supervision of an undergraduate at some British universities.
4. Law The legal guardian of a minor and of the minor’s property.
v. tu·tored, tu·tor·ing, tu·tors
v.tr.
1. To act as a tutor to; instruct or teach privately.
2. To have the guardianship, tutelage, or care of.
v.intr.
1. To function as a tutor.
2. To be instructed by a tutor; study under a tutor.
[Middle English tutour, from Old French, from Latin tūtor, from tūtus, variant past participle of tuērī, to guard.]
|