Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek …
.. en voilà, het hele Scrabblebordje ligt vol! Dit woord zou zeker 2 x 50 punten scoren. Naast dit woord herinner ik me gisteren bij de starterscursus van de Belastingdienst ook nog ‘voorbelasting’ (is er ook nabelasting, of beter: onderbelasting?), bouwkundig splitsen, fiscale oudedagsreserve en keuzevermogen. Heeeel veel vaktaal, maar gelukkig had de spreker ook nog een ‘kikker in z’n keel’ en een paar ‘adders onder het gras’. Het aardige was dat de sprekers redelijk goede sprekers waren; ze konden mij (let wel, een leek op dit gebied) heel duidelijk maken wanneer ik iets wel en wanneer ik iets niet moest doen. Want bij niets doen, bijvoorbeeld niet zelf een briefje naar de BD sturen omdat ik dit jaar nog te weinig omzet maak, dan zou ik geen aanspraak maken op de Kleine Ondernemersregeling. Ja ja, je moet als kleine ondernemer wel heel erg wakker blijven. Voordat je het weet, maak je van geen enkele regeling gebruik en blijft het geld waar het vaker blijft, aan de strijkstok. Een jongeman in het publiek vroeg waarom de Belastingdienst zo weinig in het Engels communiceerde, op hun website, in voorlichtingsmateriaal, het was voornamelijk in het Nederlands, volgens hem. Zijn vele buitenlandse collega-werknemers die een eigen bedrijfje wilden beginnen of waren begonnen, snapten niets van de belastingen in ons landje en misten zo heel wat aantrekkelijke teruggaven… Goeie vraag, vond de meneer van de BD, hij zou het intern aankaarten. Als ik naar de BD-site ga, zie ik toch echt wel een vertaling van enkele hoofdstukken in het Engels. Beter lezen, zou ik zeggen, buitenlandse ondernemers en meneer de spreker van gisteravond. Maar deze spreker zal niet altijd zijn eigen bedrijfswebsite bestuderen. Dat snap ik ook wel weer. Zijn taak was vooral om mij en de rest van het publiek over de valkuilen in de belastingjungle te waarschuwen. Wat overigens het grappigst van de hele avond was, was dat ik zijn naam bij aanvang van z’n praatje absoluut niet verstond. Ik hoorde iets als ‘Ibi’ of ‘Hibi’. De hele avond heb ik geprobeerd er iets van te maken. Later besefte ik dat hij zijn naam met opzet slecht had gearticuleerd. Wij moesten maar goed luisteren naar zijn verhaal; zou je dat niet doen, dan zou je deze belastinginspecteur binnenkort wel aan de voordeur treffen. Daarvoor hoefde je zijn naam niet te onthouden…