Hoe spreek je het woordje ‘een’ uit?

Ik zeg nogal eens sorry tegen mijn cursisten. Waarom? Omdat we soms onduidelijke woorden in onze taal hebben. Een voorbeeld is het woordje een. Dat kun je op twee manieren uitspreken, maar dat is niet te zien. Ook niet als het in context staat. Onlangs zag ik in een artikel over solliciteren onderstaande zin waarin het woordje een twee keer voorkomt, maar geen accenten heeft. Hoe zou jij deze eentjes uitspreken?
Of je nu een of zes tegenkandidaten hebt, dat maakt nogal een verschil!
Het is echter wél te horen. Luister maar:
Zin A
Zin B
Of je nu één of zes tegenkandidaten hebt, dat maakt nogal een verschil!
Heb je het verschil gehoord? Welke vind je duidelijker? A of B?
Telwoord
Bij zin A hoor je in het eerste deel van de zin ‘een’, uitgesproken met de stille /e/. Vreemd, omdat het hier om een getal gaat. Het is daarom ook niet goed uitgesproken. Bij zin B gaat dat wel goed.
Het woordje ‘een’ in het tweede deel van de zin is het woordje een lidwoord van ‘verschil’ en is het niet per sé een telwoord. Je zegt daarom [un], ook wel de stomme /e/ of sjwa genoemd. Hier hoef je geen accenten te plaatsen.
Accent aigu
Deze accenten op het woordje ‘één’ komen uit het Frans en heten accent aigu. Ze geven volledige duidelijkheid voor de uitspraak: lange e, maar ze worden zeer inconsequent gebruikt in de dagelijkse geschreven taal. Voor NT2-leerders is het dus extra lastig, omdat ze al veel voorkennis nodig hebben van uitdrukkingen en idioom om het vervolgens goed uit te kunnen spreken. In gesprek met een moedertaalspreker is er niets aan de hand, maar zodra je een tekst voor jezelf leest, dus niet hardop, moet je precies aanvoelen dat het om een getal gaat of niet. Maar niet alleen anderstaligen worden op het verkeerde been gezet qua uitspraak, ook ik als taaldocent vind het vervelend. Na eerste lezing dringt het tot me door dat het om een getal of aantal gaat en lees ik de tekst nog een keer om alles goed te begrijpen.
Consequent
Ooit was het duidelijker, maar deze vorm van onderscheid maken tussen de woordjes ‘een’ en ‘één’ wordt al een tijdje niet meer consequent toegepast. De ene keer staan er accenten op de e, de andere keer niet. Overigens hoef je bij dit woordje ‘ene’ geen accent te plaatsen, omdat we nooit [unu] zeggen, maar altijd [énu].
Van Dale
Om zeker te weten of één bestaat, pak ik ons grote woordenboek de Van Dale erbij. Deze vorm met de de accent aigu’s staat er echter niet in. Onder ‘een’ staan wel veel voorbeelden hoe je deze kunt gebruiken en tot mijn verbazing zie ik de twee vormen zonder enige logica door elkaar opgesomd worden, alsof we het zelf mogen weten hoe we ‘een’ of ‘één’ schrijven:
- niet één niemand
- beter één dan geen
- geen een
- een van mijn vrienden
- één keer is geen keuze
- twee zien meer dan een
- een voor een
- één van tweeën
- aan elke vinger één (ring)
Waarom is het gebruik van één zo inconsequent? Bij al deze voorbeelden spreken we de ‘enen’ uit met een lange e en niet met een sjwa. Wie weet het antwoord? Waarom gebruiken we niet gewoon altijd twee accents aigu’s in het woord één als het om een telwoord gaat? Wat is er mis met meer duidelijkheid?