Hei igjen! Een nieuwe taal leren inspireert
Hei igjen! Zo begin je een e-mailtje aan een Noor. Het is zoiets als: Hoi, daar ben ik weer! Sinds een tijdje haal ik mijn basiskennis van het Noors op in een klein groepje met een Noorse docente bij mij in de buurt. Hoewel mijn niveau voor een vakantie in wonderschoon Noorwegen toereikend was, wilde ik toch meer kunnen met deze grappig klinkende taal. Ik wilde meer kunnen lezen, meer kunnen verstaan en uiteindelijk heel goed Noors kunnen spreken. Dat is misschien wel het allermoeilijkste: het vloeiend spreken van een taal die je pas op latere leeftijd eigen maakt. Ze zeggen ook wel eens dat hoe ouder je wordt, hoe lastiger. Nou, dat geloof ik graag. Ik ben altijd jaloers op kinderen die twee of zelfs drietalig worden opgevoed. Kijk maar eens naar dit filmpje waar de kinderen Vlaams, Frans en Russisch leren; het is een potpourri van talen in dat huishouden!
Twents
Hoewel? Wat talen betreft heb ik vroeger toch meer geleerd dan ik me toen bewust was; thuis spraken mijn ouders Twents met elkaar en ABN tegen de kinderen. Terugkijkend is dat niet eens zo slecht geweest. Want ik heb altijd makkelijk kunnen switchen tussen beide talen (lees: accent en taal) en ik denk dat ik daardoor onbewust meer gevoel voor het aanleren van een nieuwe taal heb gekregen.
Herleidbare taal
Noors is werkelijk een prachtige mengeling van Nederlands, Duits, Engels en typische Noorse woorden. Enkele voorbeelden van de verschillende leenwoorden in het Noors zijn:
- igjen = weer (in EN: again)
- allerede = al (NL) en already (EN). In onze taal kun je er ook al reeds van maken, hoewel dat een beetje dubbelop is.
- bil = auto (komt van automobiel)
- det omfatter = dat omvat, dat geldt voor
- fra = van (from in EN)
- overhodet = überhaupt
- seil = zeil
- borgerlig = burgerlijk
Typische Noorse woorden zijn bijvoorbeeld mot (tegen) of gutt (jongen) of pike (meisje); hoe ik ook kijk en redeneer, ik zie geen relatie met het Nederlands, Duits of Engels. Of kijk ik verkeerd?
Voer voor een taaldocent
Het mes snijdt voor mij als taaldocent aan twee kanten: ik moet weer leerstrategieën en -discipline toepassen en ik ben nu zelf de leerling die in een klein klasje een antwoord moet geven op een vraag. En de lerares is heel streng. Als ik mijn huiswerk niet heb gemaakt, kan ik de oefeningen niet zonder fouten oplezen of snap ik weinig van wat ze zegt. Want alles gaat in het Noors en het niveau is hoog. Daarbij komt wel dat we in een wereld leven waarbij ik veel extra digitale hulpmiddelen kan gebruiken om het niveau thuis nog wat meer op te krikken. Zo kijk ik regelmatig naar de Noorse TV met al zijn geweldige nieuwsuitzendingen, tv-series (Erobreren (De Veroveraar) is mijn favoriet!) en BBC-documentaires die in het Noors zijn ondertiteld. En om bij het klasje te kunnen aansluiten, heb ik eerst met docente Nina wat Skypelessen gevolgd, waarbij ik tegelijkertijd kon zien en ervaren hoe een les via het internet verloopt als je zelf student bent (en niet de docent).
Kortom, het leren van een nieuwe taal is niet alleen leerzaam en inspirerend voor mij als taaldocent, het is ook nog eens heel leuk! Opeens kun je meer dan oppervlakkige babbelen met de Noren. Ik kan nu vrij eenvoudig een snelsprekende Noor volgen, een nieuwsuitzending begrijpen en de krant van A tot Z lezen. Het is overhodet prettiger om de taal in het land zelf te spreken, ook al beheersen de meesten Engels. Noren zijn niet de meest extraverte mensen, maar spreek je hun taal, dan komen ze los.
Dat geldt ongetwijfeld ook voor vele andere landen om ons heen!