Groepsonderwijs in 3D, s.v.p.
Afgelopen week zijn de corona-maatregelen weer iets versoepeld. Gelukkig maar. Het nieuwe normaal wordt het genoemd. Het moet voorlopig, maar het het is in mijn ogen het nieuwe abnormaal. Vooral voor jongeren. Ook al laten ze dat niet merken, ze laten een veer wat betreft hun ontwikkeling, spontaniteit, hun beleving van het leven. Vooral in het onderwijs zouden ze ten volle moeten ervaren wat leren en werken en onderzoeken in groepen inhoudt. Dat is nu ver te zoeken. Zo hoop ik dat mijn neef Max, die nu zijn mbo-stage thuis afrondt achter een computer in september in kleine werkgroepen en mogelijk ook weer in een leslokaal in het hbo verder mag. Kennismaken met zijn nieuwe klasgenoten op locatie. Of, als het nodig is, in een mengvorm van offline en online. Evenzo hoop ik dat voor mijn nicht Demi. Zij wil heel graag in het najaar met haar master starten in het Engelse York. Of het ook kan, is nog heel onzeker, zo vertelt ze alvast op de online campus van de site van That University Student.
Eerstejaars studenten
Ik ben er niet gerust op. Om me heen hoor ik dat er serieus wordt gedacht om aan universiteiten 50% of soms geheel online te blijven doorgaan. Men heeft zeker de smaak te pakken gekregen de afgelopen maanden en dat is mooi. Maar als een deel van de studenten weer op locatie les zou kunnen krijgen, laat dat deel alsjeblieft weer samen les krijgen. Met die 1,5 meter ertussen. Net zoals nu in het middelbaar onderwijs gebeurt.
Blend
Ook al is het verleidelijk om iedereen online onderwijs te geven, het online groepsonderwijs kan niet opwegen tegen de driedimensionale interactie in kleine groepen op locatie. Kijk welke studenten wél naar school of uni kunnen en willen komen en geef deze samen met de anderen, die wel online moeten of willen blijven, les. Zorg voor een blend. En niet andersom; afstandsonderwijs is nooit het doel, altijd een middel. Tweedimensionaal via een scherm met tientallen mensen die soms met van alles bezig zijn, behalve met de les, blijft een uitgeklede versie van de betrokken groep die in een leslokaal letterlijk bij de les is. Vooral eerstejaars studenten gaan hieronder lijden. Een daarvan is Julia Pel. Zij schreef een brandbrief in de NRC van 26 mei en vroeg zich openlijk af of zij de verloren generatie is als ze vanaf het begin van het nieuwe jaar alles online moet gaan volgen. Een hartenkreet die mij aanzette om dit blog te schrijven.
Onzichtbare gezichten
Ik hoop dat besturen drie keer nadenken over het inzetten van live afstandsonderwijs aan groepen. Velen om mij heen, collega’s, vrienden, vertelden me de afgelopen maanden dat ze niet de finesses van nieuwe mensen kunnen doorgronden en daarmee beperkt kunnen aanvoelen hoe ze met anderen moeten vergaderen, overleggen, brainstormen, discussiëren en netwerken. Kortom, het werken en studeren in de driedimensionale wereld is toch zoveel natuurlijker en diepgaander. Stel je voor: als groep nieuwe studenten, onzichtbaar in hele kleine schermpjes, zit je naar elkaar te zwaaien en vertel je wie je bent, waar je vandaan komt en dan volgt er uren achter elkaar een les of groepsdiscussie, terwijl je elkaars reactie amper kunt zien. Niet alleen voor de docent een letterlijk afstandelijke start met een nieuwe groep, maar ook voor eerstejaars studenten een bijna onverteerbare introductie waar alle nuance en gevoel vanaf gepeld zijn. Mijn motto is: afstandsonderwijs kan wanneer het noodzakelijk is, maar doe het niet als offline of een mengvorm van beide ook voor handen is.
Niet de heilige graal
Dit standpunt had je misschien niet van mij verwacht. Als afstandsdocent geef ik per slot van rekening al jaren 1-op-1 les via Skype en het komt nog steeds vaak voor dat ik mijn cursisten nooit live ontmoet. Maar dat is toch anders dan de jongeren die nog nieuwe dingen moeten ervaren in hun leeftijdsgroep. Als ik terugdenk aan mijn studentenjaren in Utrecht dan waren mijn werkcolleges en studentenactiviteiten zo verrijkend, zo levendig en vol van avontuur, dat zal ik nooit vergeten. Hoe anders is dat als je deze fase achter een scherm moet doormaken. Onvergelijkbaar. Omdat die fase bij mij en mijn volwassen cursisten al achter ons ligt, zal je hen veel minder vaak horen zeggen dat ze via het scherm niet goed kunnen leren. Neemt niet weg dat ik ook volwassen cursisten heb gehad die niet konden gedijen tijdens de afstandslessen. Het is niet de heilige graal, maar nogmaals, een prettig middel om in hele kleine setting veilig en vaak effectief te leren. Daarom hoop ik vurig dat onderwijs op locatie voor jongeren weer snel de norm wordt. Een paar van mijn lessen met mensen uit mijn eigen stad moest ik ook online gaan geven. Heerlijk om weer hier in de tuin (vooralsnog mogelijk met het zonnige weer) een doorstart te kunnen maken!
Weg spontaniteit
Ik had het eerder over het verlies van spontaniteit bij jongeren als we ze te lang achter een scherm laten leren. Op mijn atletiekbaan mochten we afgelopen donderdag weer rondjes rennen, zalig. Natuurlijk nog op gepaste afstand. Hardlopen met verschillende tempo’s maakt dat we niet zo veel merkten van de nieuwe regels, maar wat wel veranderd was, waren alle routes voor het op- en aflopen van de baan. Toen ik een jonge atlete zachtjes hoorde vragen aan haar vriendin of zij even met haar mee wilde lopen, omdat ze niet alleen tegen de stroom in durfde te gaan, schrok ik. Weg spontaniteit in deze nieuwe werkelijkheid, terwijl deze jongeren met hun energie en speelsheid juist alle kanten op zouden moeten kunnen vliegen. De sjeu is er echt helemaal af.
Gaten
Afgelopen weekend verwoordde Cees Nooteboom de gemankeerde verbinding tussen de mens en de vreemde werkelijkheid prachtig in een essay in de NRC. Nooteboom was in een ziekenhuis in München beland (nee, niet vanwege corona) en na drie weken stapte hij de lege surrealistische straten van deze grote stad in. Hij ziet dan bij zijn vaste visman een hele lange rij wachtende mensen staan waar iedereen afstand van elkaar houdt. Voor hem was de rij “zoiets als een lange zin waarin allerlei woorden zijn weggevallen”.
“zoiets ___ een lange ___ waarin ___ woorden ___ weggevallen”.
Ik moet denken aan de gaten in de ontwikkeling van onze jongeren als we te makkelijk het online onderwijs voor alles en nog wat omarmen. In een artikel over online hoorcolleges in de nrc next van 4 juni lees ik tot mijn opluchting dat de voorzitter van het college van bestuur van de UvA ook het liefst iedereen weer op de campus zou willen verwelkomen, want ‘daar vindt de echte academische vorming plaats’. De persoonlijke ontwikkeling van mijn neefjes en nichtjes, van Julia Pel en alle andere jongeren in de bloei van hun leven. Terug naar 3D, s.v.p. !
Nienke
Helemaal mee eens, Sandra! Het contact in real life is zoveel belangrijker, zeker voor onderwijs. Een band opbouwen, en vooral met jonge studenten, is erg belangrijk. Op mijn mbo mogen we na de vakantie weer 20% van de tijd op locatie lesgeven. Het is een begin, maar graag weer snel terug naar meer lestijd!
En ja, online is veilig en vaak efficiënt in kleine groepjes of individueel, zo merkte ik vandaag. Ik legde de indirecte rede uit aan een student van mij. Dat gaat toch iets makkelijker dan iets in een e-mail zetten.
Laten we profiteren van beide werelden, maar hopelijk niet alleen vanuit economisch perspectief.
Groeten, Nienke
sandra
Hallo Nienke, 20% is inderdaad een begin, maar het is echt nog veel te weinig. Gelukkig roeren steeds meer mensen uit het veld zich nu. En ik hoop net als jij dat niet budget maar kwaliteit de doorslag gaan geven om offline-oplossingen te zoeken, naast de online onderdelen die wel online werken. Dit artikel over zoombies (leuke nieuwe term!) geeft inzicht in de psychologische effecten van 2D-contact.