Focus op vakmanschap?
Het is de wereld op zijn kop. Engels is voor mbo-vakopleidingen dit schooljaar een verplicht examenvak, maar Nederlands is dat niet. Examinering van het Nederlands wordt een paar jaar uitgesteld, zo meldde onderwijsminister Jet Bussemaker op 19 december jl. in de NRC. Dit betekent dat studenten kunnen zakken op het Engels, terwijl ze wel competent zijn in de beroepsgerichte vakken. Nu zou ik als docent Engels en Nederlands meer aandacht voor taal op het mbo moeten toejuichen, maar dat doe ik steeds minder bij mijn deeltijd mbo-studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl)[1]. Ik merk bij hen dat het Engels eerder een obstakel dan een verrijking is.
Nut
Ik heb het over studenten in een gezondheidstechnische beroep, zoals tandtechniek, het audicienvak, optiek, orthopedische (schoen)techniek en technische oogheelkundige assistentie. Voor deze kleine, specialistische en ambachtelijke opleidingen geldt hetzelfde als voor de voltijds mbo-opleidingen: Engels staat steevast in het curriculum. En daar is deze vreemde taal vaak een nuttig vak. Jarenlang heb ik Engelse les aan ICT’ers gegeven. Reken maar dat zij dit zinvol vonden. Zeventig procent van hun werk is in het Engels! Maar geldt dit ook voor bovengenoemde studies? In het kwalificatiedossier van Audiciens staat: Ook Engelstalige cliënten moeten geholpen kunnen worden.” Klinkt logisch. Maar hoe vaak komt dit voor? Wekelijks neem ik de proef op de som en stel mijn 150 studenten de vraag: “En? Nog Engels gesproken deze week?” Vijfennegentig procent geeft aan: “Nee, geen woord Engels. Wel Nederlands.”
Stoppen met het mbo?
Wat is eigenlijk de achterliggende gedachte om Engels als slaag/zakvak in mbo-opleidingen op te nemen? Zowel de politiek als het beroepenveld heeft de ambitie om deze studenten door te kunnen laten stromen naar het hbo. Prima ambitie, zij het niet dat ik van de vele volwassenen die om- en bijscholen in het bbl-onderwijs weinig geluiden hoor over doorstromen. Een van de bbl’ers vertelde mij een jaar geleden op dit blog: “Niet iedereen wil en kan HBO doen. Ik kan heel goed leren maar wegens spraakproblemen kan ik nooit vreemde talen leren, ik ben nu de dupe. En dat terwijl exacte vakken allemaal zeer goed gaan. Dus er zit niets anders op dan stoppen met leren.
Niet iedereen heeft dus een talenknobbel. Deeltijdstudenten in technische mbo-opleidingen kiezen juist vaak voor een opleiding waar ze zo min mogelijk met ‘talig’ werk bezig hoeven zijn. Zij zijn in andere dingen goed. Natuurlijk zullen ook deze studenten een bepaalde basiskennis moeten hebben van communicatie en zich moeten kunnen verwoorden in het Nederlands. Het is echter de vraag hoe zwaar Engels moet worden aangezet in het curriculum. En verplicht zelfs?
Actief versus passief
“De Tandtechnicus Kroon- en Brugwerk heeft Engels nodig om in sommige gevallen handleidingen en brochures te kunnen lezen over onder andere implantaten.” Er wordt met geen woord in het kwalificatiedossier gerept over de actieve beheersing van het Engels, zoals in vele andere kwalificatiedossiers; voorbeeldsituaties waarin de vakman/vrouw Engels spreekt of schrijft, zijn niet terug te vinden. Een stap in de goede richting zou al zijn om studenten te laten kiezen tussen spreken, schrijven, lezen en luisteren binnen een vreemde taal.
Angst en onmacht
De afgelopen anderhalf jaar heb ik bij veel bbl-studenten frustratie en angst meegemaakt toen zij hoorden dat zij het Engels moeten beheersen. Dyslexie, spreekangst, stotteren, jarenlang uit het onderwijs geweest, maar ook het feit dat sommigen nooit Engels onderwijs hebben genoten vanwege een niet-westerse achtergrond, het zijn allemaal redenen om het leren van een vreemde taal als een kwelling te ervaren. Het is een illusie om te denken dat alle mensen op deze planeet een taal goed onder de knie kunnen krijgen. Bovendien krijgt deze groep kwetsbare studenten Engelse les in grote, weinig homogene groepen, wat uiteraard niet bevorderlijk is.
Focus op vakmanschap
Wat willen we binnen vakopleidingen? Talenten ontwikkelen of, met alle respect, eenheidsworsten van iedereen maken, met uitval van goede vakmensen als gevolg? Als het aan onze onderwijsminister ligt, wil zij talenten ontwikkelen en focussen op vakmanschap. Althans, zo staat te lezen in de notitie “mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015”. Deze keuze voor vakmanschap had ook mijn huidige opdrachtgever, de school voor gezondheidstechnische studies, vijf jaar geleden al gemaakt in haar advies aan de mbo-raad: Engels moet geen verplicht maar een keuzevak zijn binnen bbl-opleidingen.
Op maat
De politiek heeft echter anders besloten. Ik roep daarom onze onderwijsminister op om nogmaals goed na te denken over wat ze aanricht met het verplichten van Engels op het bbl-mbo. Maak het Engels een keuzevak en focus echt op vakmanschap. Mochten vakmensen zich verder willen bekwamen in een vreemde taal, dan zullen zij, wanneer nodig, zelf of via de werkgever op maat gemaakte taalles volgen, thuis, op het werk, via de smartphone, iPad of achter de computer, individueel of in een kleine gemotiveerde groep. Behoefte creëert dan vanzelf actie op het moment dat het nodig is.
[1] bbl: volwassenen gaan één dag per week naar school en de rest van de week werken zij al in het vakgebied.