Engels in het praktisch beroepsonderwijs?
Zoals ik eerder in dit blog al aangaf, heb ik me voor een gastcollege op de VU verdiept in hoeverre er vakken in het Engels worden gegeven op het Nederlandse mbo. Ik zelf had het vermoeden dat er nog weinig les in het Engels gegeven wordt en dat er geen beleid op is gemaakt. Als docenten in het Engels lesgeven, doen ze dat misschien alleen omdat er buitenlandse studenten in de groep zitten of omdat de opleiding sterk op het buitenland gericht is, zoals bij International Business Studies. De VU-studenten hebben mijn vermoedens onderzocht met een mini-onderzoekje bij enkele internationaal georiënteerde mbo’s. Nagenoeg alle studenten konden mijn vermoedens bevestigen. Nu was dit onderzoekje slechts een eerste verkenning in het beroepsonderwijs, want in feite zou je eerst alle mbo’s in kaart moeten brengen waar meer dan alleen Engels in het Engels wordt gegeven, vervolgens stel je deze mbo’s de vraag waarom ze de Engelse taal in andere lessen als voertaal gebruiken en tot slot wil je weten of het gebruik van Engels het Nederlands beïnvloedt. Dus er is nog een lange weg te gaan als we dit willen uitvogelen.
Vakmensen en hun Engels
Ik ga dit niet nu uitzoeken. Wel zou het geweldig zijn als managers, docenten of leerlingen van het mbo mij hierover zouden kunnen berichten. Ik wil graag weten waar en hoe het Engels op het mbo zich manifesteert. Op Taaltutor & Co, een groep op LinkedIn, heb ik deze vraag al gesteld. Menno, een oud-leerling van me, gaf aan dat hij fifty fifty Nederlands Engels op mbo’s onrealistisch en onnodig vindt. Er zijn namelijk beroepen waar het Engels maar weinig gebruikt wordt, zoals de P&O-medewerker, timmerman of beveiliger. Hij geeft aan dat hooguit 25% van de lessen in het Engels realistischer zou zijn. Ik denk dat hij gelijk heeft als je puur naar functies kijkt; voor veel functies is het inderdaad alleen handig Engels te kunnen spreken als je collega niet met het Nederlands uit de voeten kan. Nu weet ik niet in hoeverre de bouwwereld internationaliseert, maar ik vermoed dat ook deze wereld steeds meer met een mix aan nationaliteiten te maken heeft. Zo kennen we toch allemaal de Poolse vakmensen die heel precies kunnen stuken en timmeren? Of werken die geheel geïsoleerd van de Hollanders?
Bbl’ers
Wat wil het toeval nu? Binnenkort ga ik Engelse les geven aan bbl’ers in de bouw. Ik kan direct mijn vraag van hierboven in de praktijk toetsen en aan deze Bbl’ers (studenten die vier dagen per week betaald werken en een dag per week in de schoolbanken zitten) voorleggen. De groep mensen die ik ga zien werkt in de afbouw en het onderhoud. Stukadoors, timmermannen – en vrouwen (er zijn er een paar, zo heb ik begrepen!), bouwers op allerlei fronten. Een nieuwe wereld van beroepen gaat er straks voor me open. Wordt vervolgd …