De vrouw in onze taal
Aha, daar is ze weer. Met haar betoog voor de vrouw in onze mooie Nederlandse taal. Vanmiddag las en hoorde ik het weer… het woord ‘gastheer’, waar natuurlijk, natuurlijk, ook een vrouw bedoeld werd. Ik nam deel aan een inspirerende bijeenkomst over weblectures – lessen via internet, al dan niet live – in het mbo, waarbij de organisator van de weblecture altijd een man is. Althans, zo wil het woord ‘gastheer’.
Gastvrouwen?
De software om dit soort weblectures te organiseren was gisteren van Adobe, genaamd Adobe Connect. Het onderscheidt drie rollen: de gastheer, de presentator en de deelnemer (dat is de student in het mbo). Als organisator, de ontvanger van de groep die naar een weblecture kijkt, speel je de gastheer. De docent presenteert en tot slot kijken de deelnemers of ze nemen actief deel. Je begrijpt het al: ik viel uiteraard over het feit dat de organisator als gastheer werd neergezet. Gastvrouwen zijn er bij Adobe niet bij.
Host
Voor de zoveelste keer zie ik in onze taal dat we heel veel zaken naar de man toeschrijven. Tijdens de vertaling van de Engelstalige instructie van Adobe Connect moet de vertaler of vertaalster hebben gedacht: we houden het simpel, ‘host’ wordt ‘gastheer’. Taalkundig correct, want er bestaat ook een vrouwelijke variant in het Engels, namelijk ‘hostess’. Gevolg is wel dat de vrouwelijke lezer er altijd maar bij moet verzinnen dat het hier ook haar aangaat. De vrouw kan een weblecture organiseren, maar let op, wel als man.
Manvriendelijk taalgebruik
Wat vinden vrouwen nou van dit manvriendelijke taalgebruik? Bestaan er vrouwen die totaal niet beledigd zijn bij zo’n naam als ‘gastheer’ en die het volledig accepteren? Of zijn er vrouwen die gaan steigeren en die zo niet aangesproken wensen te worden? Die denken: wacht effe, heer? Hoezo heer? Noem mij van alles, voor mijn part gastmens of gastpersoon, ontvangende partij, ontvanger. Maar geen heer. Ik ben van die laatste categorie, maar dat had je al lang begrepen, niet?
Bosjes vrouwen
Misschien zijn het niet bosjes vrouwen die weblectures organiseren, maar op deze manier worden het er never nooit bosjes. Als wij als gebruikers van het Nederlands niet bewuster sekse-vrije naamgeving toepassen waar beide seksen bedoeld worden, dan blijft het vaak, heel vaak, een mannelijk verhaal. En de man? Die is zich heel vaak van dit ogenschijnlijke futiele punt niet eens bewust. Of wel?