De toetsrooster?
“Mevrouw, ik heb op de toetsrooster gezien dat we morgen een toets hebben.” Dit schreef een van mijn leerlingen op het roc afgelopen voorjaar in een mailtje aan me. Gio heeft Spaans als moedertaal en maakte nogal eens fouten met het juiste lidwoord. Hij wist niet dat er regels bestaan om te weten: ik moet ‘de’ of ik moet ‘het’ gebruiken. Een van de regels luidt: als het woord uit twee woorden bestaat (samengesteld is) dan bepaalt het laatste woord het lidwoord. In dit geval ‘rooster’, dus ‘het toetsrooster’. Hier moet zo’n jongen dan wel weer weten welk lidwoord ‘rooster’ moet krijgen.. Toen ik hem vroeg of hij zich bewust was dat hij soms verkeerde lidwoorden gebruikte, zei hij dat hij alles op gevoel deed.
Samengestelde woorden
Er was nog iets anders aan de hand. Bij Gio was gewoon het eerste woord in dit samengestelde woord leidend. Hij vertelde me dat hij vaker ‘de toets’ had gehoord dan ‘het’ toets. Dus hij gebruikte dan ook ‘de’ voor toetsrooster. Eigenlijk gebruikte hij veel vaker ‘de’, dat kwam veel meer voor en daarom wel zo veilig. Ik vond dat wel een leuke redenering voor iemand die zich een weg moet banen in het Nederlandse taalwoud, waar zo weinig consistente regels bestaan wat lidwoorden betreft.
Ik adviseerde mijn leerlingen op het roc sowieso bij twijfel een papieren of digitaal woordenboek te raadplegen. Een paar categorieën woorden die ‘het’ krijgen, weet ik me nog te herinneren:
– verkleinwoorden (het schroefje)
– landen en plaatsen (Het Nederland van nu, het Amsterdam van toen)
– namen van metalen (het kwik, het ijzer)
Deze laatste categorie heb ik ergens anders gevonden, kijk maar eens op de site van Onze Taal.
Het of de weblog?
Onze Taal geeft hier aan dat je voor ‘weblog’ zowel ‘de’ als ‘het’ kunt gebruiken. Ik geef hier absoluut de voorkeur aan ‘het weblog’. Als ik er wat meer over nadenk, komt dat denk ik doordat ik het woord ‘log’ lees of in gedachten uitspreek als ‘logboek’. ‘log’ is het laatste deel in dit samengestelde woord ‘web+log’ en dus leidend voor het lidwoord. Ik hoor mezelf zeggen: het weblog(boek). Dus: ‘het’ weblog.
Waarom ik dit onderwerp nu aansnijd? Omdat ik de worsteling met ‘de’ en ‘het’ van allochtone maar ook steeds vaker autochtone Nederlanders ( jongeren!) om me heen ervaar… En als het op scholen, bij de docenten zelf, bijvoorbeeld niet goed wordt toegepast en voorgezegd, zullen lidwoorden steeds meer onjuist gebruikt worden. Want je imiteert toch degene die het goede voorbeeld dient te geven? Naast ouders zijn wat mij betreft docenten degenen die het goede voorbeeld moeten geven op het gebied van het Nederlands. Het is daarom geen luxe voor docenten om vaker stil te staan bij de ‘ongeschreven’ regels of beter gezegd de onbekendere regels van onze taal.