Skip to main content

When do you say ‘u’ in Dutch?

respect

Vandaag zei een cursist tegen mij: ik kan geen je of jij zeggen tegen u, ik moet u zeggen tegen u. Dat heb ik zo geleerd en dat voelt beter zo. Het was echt een heel bijzonder moment voor mij. Want wanneer maak je nu mee dat iemand formeel wil blijven vanuit respect voor de docent, zelfs als de docent zegt dat hij wel wat losser mag zijn?

Mijn cursist heeft inmiddels zeven lessen van mij gehad en daarom gaf ik vandaag aan dat hij mij wel met je en jij mag aanspreken. We kennen elkaar immers al een beetje. Maar hij was het zo gewend vanuit zijn eigen cultuur, de Indiase, om met respect te blijven communiceren, hij kon niet anders. Toen ik hem dit vol overtuiging hoorde zeggen, dacht ik: wie ben ik om hem nu te dwingen informeel te zijn naar mij? Wat is er mis met zijn respectvolle manier van communiceren? Helemaal niets. Laat het toe, neem het aan. Dus vandaag maakte ik iets mee dat ik als een omgekeerde aanpassing voelde; nu moet ik wennen aan een situatie die in een ander land heel normaal is, maar niet in onze cultuur waar we zo gelijk willen zijn met elkaar.

De Nederlandse werkcultuur is doorgaans behoorlijk plat als het gaat om hoe werknemers en leidinggevenden met elkaar omgaan. We zijn al gauw informeel, soms zelfs maatjes met de ander en zeggen al gauw je en jij. Wat moet mijn cursist een cultuurshock hebben ervaren toen hij hier vijf jaar geleden in Nederland neerstreek. Hij is bij een grote bank gaan werken en zal daar zeker te maken hebben gehad met collega’s in verschillende functies, maar waarbij het Engels (de voertaal daar) de informele omgangsvormen van het Nederlands niet heeft blootgelegd. Hij heeft zijn respectvolle communicatie gewoon kunnen blijven toepassen in het Engels via de grammatica en bepaalde beleefde toevoegingen zoals would you, could you please, much appreciated … etc. Maar nu hij meer het Nederlands gebruikt, ontdekt hij dus dat het anders kan en mag, maar dat ik als Nederlander en Nederlandse docent zelf moet wennen aan de formele aanspreektitel. Echt verrassend!

Om tot slot antwoord te geven op de vraag wanneer zeggen we nu u en uw in het Nederlands, zou ik zeggen:

  • als je zelf u en uw wilt blijven zeggen;
  • als je het niet weet; vraag dan “wat kan ik zeggen: u of jij?”
  • als de ander niet zegt “zeg maar je of jou”;
  • als de ander jou niet kent (een voorbijganger op straat, medewerker in de winkel of horeca, aan de telefoon, etc)
  • als de ander in een hogere functie werkt waarbij je met het tonen van respect altijd goed doet (bijv. bij een burgemeester of een minister);
  • als de ander een stuk ouder is dan jijzelf, maar dit is ook afhankelijk van de oudere persoon. Sommigen vinden het altijd fijner om met je en jij aangesproken te worden, zij zullen je dat ook vertellen.

P.s. Het lijkt een lastige regel, maar vergeet nooit dat je het nooit verkeerd doet als je hoog inzet met u en uw. Dat kan leiden tot een mooi gesprek en je komt er meestal samen wel uit. Lees hier een ander blog over u en jij.

formeel, u, uw

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nieuwsbrief

Wilt je ook op de hoogte blijven van Taaltutor? Meld je nu aan voor de nieuwbrief

© Caro Grafico. All rights reserved.